zondag 4 februari 2024

Filmfestival Oostende

Filmfestivals in Vlaanderen, ik blijf er naartoe gaan... Deze keer was Oostende aan de beurt.

Afgelopen weekend trok ik 2 dagen naar de koningin der badsteden - met hotel erbij he, ik zag het niet zitten om telkens midden in de nacht naar huis te rijden - en zag daar 4 films.

Nu ligt de focus van het filmfestival van Oostende op Vlaamse fictie (film en tv). Niet verwonderlijk als ze ook de thuishaven van de Ensors zijn, de Vlaamse film- en televisieprijzen. Wat natuurlijk wil zeggen dat ik geen enkele Vlaamse film gezien heb daar.

Wat heb ik dan wel gezien?

Sometimes I think about dying (2023) - 3.5/5

Eerlijk is eerlijk, ik had deze film gekozen puur voor de titel want het is een sentiment waar ik mij ook wel in kan vinden...

Daisy Ridley (Star Wars VII-IX) speelt Fran, een kantoorwerker die een oersaai leventje leidt maar daar precies toch tevreden mee is. Wat overduidelijk voor mij was, is dat ze een enorm introvert iemand is en daardoor moeilijk contact maakt met haar collega's en andere mensen. Tot Robert op kantoor verschijnt, een nieuwe collega, en ze zich wel tot hem aangetrokken voelt.

De film gaat enorm traag vooruit en is met momenten ronduit saai, maar dat is het leven van Fran ook en past dus wel. Heel het gegeven zette mij wel aan het denken over mezelf - alsof ik dat al niet genoeg doe, maar soit.

Niet slecht dus, maar ik zou hem ook niet meteen aanraden.

La bête/The beast (2023) - 4/5

146 minuten heel dicht op de huid van Léa Seydoux zitten? Waarom niet...

In een nabije toekomst is het mogelijk om alle sentiment uit je DNA te laten filteren - dat dit wordt voorgesteld door een AI maakt het nog viezer - en dat is wat Gabrielle (Seydoux) wil zodat ze een betere job kan krijgen. Door deze procedure gaat ze door vorige levens waarin ze steeds het pad kruist van dezelfde jongeman die eveneens overweegt om zijn DNA te "zuiveren".

Het verhaal wordt niet echt chronologisch verteld en we switchen tussen tijdsperiodes maar het was vooral het eerste deel dat zich afspeelt in het Parijs van de belle époque dat ik serieus trekken vond. Gabrielle en haar jongeman (George Mackay uit 1917) doen niets dan praten, praten, praten en daarbij wordt gewisseld tussen Frans en Engels. Wat ze zeggen houdt amper steek en ik was blij toen we dit achter de rug hadden...

Wat daarna kwam, kon op meer dan mijn goedkeuring rekenen en daarom kreeg deze film uiteindelijk vier sterren van mij.

Wie hem wil zien: hij komt op 6 maart bij ons in de zalen.

The zone of interest (2023) - 4/5

En dan dé reden waarom ik naar Oostende trok (dat hij afgelopen woensdag gewoon in de cinema kwam, kon mij niet tegenhouden): de winnaar van de Grand Prix (da's tweede prijs) op het afgelopen filmfestival in Cannes met Sandra Hüller (Anatomie d'une chute, Sisi & Ich) in de hoofdrol.

Eerst dit: het is een fenomenale film geworden maar nu al zeggen dat dit mijn film van het jaar is? Dat wordt afwachten want zo zeker als ik was van Tár vorig jaar ben ik nu helemaal niet...

Het verhaaltje is welbekend: we volgen het gezin van Auschwitzkampcommandant Rudolf Höss dat in een prachtige villa met tuin woont vlak naast het kamp. In se krijgen we niet meer te zien dan de dagelijkse beslommeringen in het gezin maar je hoort heel wat geluiden die van over de muur komen en daar lijkt het gezin zich helemaal niks van aan te trekken... Het is trouwens in die dagelijkse beslommeringen dat je heel wat over de persoonlijkheid van - vooral - Hedwig Höss (Hüller) leert en da's niet meteen netjes te noemen.

Ook de soundtrack van de film helpt enorm om een groot gevoel van vervreemding te krijgen: zowel de opening als het einde is een zwart scherm met een kakofonie van jewelste qua geluid/muziek. En dat komt ook wel binnen.

Zeker een film voor de eindejaarslijstjes maar eerlijk? Niet de beste film die ik in Oostende zag want dat was mijn laatste film daar:

The end we start from (2023) - 4/5

Dit is een post-apocalyptische film - altijd een streepje voor bij mij - gebaseerd op een boek dat ik heb gelezen (bespreking in mijn wrap-up van januari) en met Jodie Comer in de hoofdrol, iemand die nog aan mij moet bewijzen dat ze sommige dingen niet aankan.

Een naamloze kersverse moeder (Comer) moet Londen ontvluchten naar het noorden richting Schotland omdat de aanhoudende regen de hele stad en omgeving onder water zet en dat water ook blijft stijgen. Op hun vlucht raakt ze haar echtgenoot kwijt en moet ze het met een pasgeboren baby zien te redden in opvangkampen en een commune op een eiland, want ze blijft doorgaan.

Grauw, grijs en troosteloos is deze film, zowel in het onderwerp als in de kleuren die gebruikt worden. Iets om vrolijk van te worden is dit dus niet, maar Comer zet weer een prestatie van jewelste neer als een jonge moeder die gekweld wordt door de omstandigheden maar toch blijft doorgaan voor haar zoontje. Natuurlijk zijn er grappige momentjes en lichtpuntjes te vinden - zoals de tocht die ze met een andere moeder te voet onderneemt om op dat eiland met de commune te geraken en de goeie ziel (Benedict Cumberbatch in een minirolletje) die ze onderweg tegenkomen en hen eten aanbiedt - maar dit is in eerste instantie het overlevingsverhaal van een moeder die geen toekomst meer ziet voor haar baby.

Zoals al gezegd: de beste film die ik op het Oostends filmfestival zag. Jammer genoeg vind ik nergens of hij bij ons in de zalen zal komen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten