maandag 22 oktober 2018

Het monster van Frankenstein - Mary Shelley


Contact, 1994 (oorspr. 1818)
222 p.
Vertaald uit het Engels: Frankenstein or the modern Prometheus

In 1994 werd dit boek voor de zoveelste keer verfilmd, deze keer door Kenneth Branagh, die ook de rol van Victor Frankenstein op zich nam. Ik kocht het boek datzelfde jaar, in deze uitgave, waarbij het wel een beetje raar is dat ze het "klassieke" monster op de cover gezet hebben i.p.v. Robert De Niro in Branaghs filmversie. Er wordt op de achterkant zelfs verwezen naar deze "nieuwe" film...

Anyway, geen enkele van de verfilmingen doet eer aan het boek, hoewel die van Branagh wel het dichtst in de buurt komt, maar ook nog vrijheden neemt met het verhaal.

Tijdens het filmfestival ging ik kijken naar Mary Shelley, over de tienerjaren van deze schrijfster, toen ze ten prooi viel aan de charmes van dichter Percy Shelley. 2018 is daarnaast de 200ste verjaardag van dit boek, geen mooier moment om het dan te gaan lezen tussen de films door - nadat het zo'n 25 jaar stond te verstoffen in mijn boekenkast.

Het monster van Frankenstein is een vertelling in een vertelling in een vertelling. We beginnen met brieven van een kapitein aan zijn zus waarin hij verhaalt over zijn plannen om naar het hoge noorden te trekken met een schip. Op een dag zien ze daar op het ijs een slede met een vreemde figuur en de dag erna vinden ze een tweede slede met een zieke man er in. Die man blijkt Victor Frankenstein te zijn die dan zijn verhaal begint te doen.

Zoals iedereen wel weet, zal deze Frankenstein een wezen creƫren dat te afschuwelijk voor woorden is. Het wezen wordt achtergelaten en jaren nadien vindt Frankenstein hem terug en dan doet het wezen zijn verhaal. Daarna gaat Frankensteins verhaal verder en het boek eindigt met nog wat brieven van de kapitein aan zijn zuster. Alles zit dus netjes in elkaar gepast.

Eerst en vooral: zowat alles wat we van het verhaal van Frankenstein weten uit de films mag je overboord gooien, want het klopt helemaal niet met het boek. Nergens wordt bijvoorbeeld uit de doeken gedaan hoe Frankenstein juist zijn wezen tot leven wekt, die hele bliksemrimram is dus uit de Hollywoodduim gezogen. Zelfs Kenneth Branagh bezondigt zich er aan, waarschijnlijk omdat het moeilijk voorstelbaar is om het op een andere manier te doen.

De 222 pagina's van dit boek, in kleine druk, zijn niet de eenvoudigste om te lezen - door het ouderwetse taalgebruik en ook door de vele uitweidingen op zowat elk vlak. Persoonlijk vond ik de personages (Victor Frankenstein en de kapitein op kop) nogal druipen van pathetiek. Zo verlangt de kapitein hevig naar een boezemvriend en hoopt die in Frankenstein gevonden te hebben. Frankenstein zelf zit geregeld te weeklagen over zijn lot (waar hij zelf heel hard schuld aan heeft) en valt af en toe eens in zwijm.

Het interessantste stuk van het boek is eigenlijk het verhaal van het monster. Afgestoten door zijn maker zwerft hij eerst doelloos rond en leert langzaamaan de wereld kennen. Wanneer hij vanuit een stal een familie gadeslaat, leert hij warmte en vriendelijkheid kennen. Door hen krijgt hij ook een "opleiding": hij leert praten, leert over de wereld en begint hevig te verlangen naar affectie. Let wel: dit gebeurt allemaal in het geniep, hij leert dit alles door hen van op een afstand te observeren. Wanneer hij zich uiteindelijk aan hen kenbaar maakt, loopt dit niet al te goed af...

Op dat moment heb je echt medelijden met dit naar liefde hunkerend wezen dat keer op keer wordt afgewezen. Dat hij uiteindelijk aan zijn maker vraagt om hem een levensgezellin te maken, is dan ook maar normaal.

Ik ben oprecht blij dat ik dit boek eindelijk gelezen heb, al moest het zo'n 25 jaar duren eer ik er "klaar" voor was. Maar ook goed dat ik zo lang gewacht heb, anders had ik het niet kunnen appreciƫren vrees ik.

4 sterren voor dit 200 jaar oude boek dat zeker nog mag gelezen worden de dag van vandaag.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten