vrijdag 23 oktober 2020

Filmfestival - dag 8

Woensdag stond er één film op mijn filmfestivalprogramma in de Sphinx en ik bekeek er ook nog eentje online thuis in de zetel.

De film die ik in de bioscoopzaal zag was al de derde in een vrij losjes samenhangende reeks. En ik slaag er telkens in om die (bijna) te missen op het Filmfestival... De twee andere films zijn Train to Busan en de animeprequel ervan Seoul Station. Beide films heb ik op dvd moeten inhalen omdat ik net te laat was voor de eerste en niet eens wist dat er een prequel was...

En nu is er dus een derde film in dit "universum" en ik was er deze keer op tijd bij.

Ik zag dus Peninsula, een Koreaanse zombiefilm en zag dat het goed was.

We zijn 4 jaar na de feiten in Train to Busan en Zuid-Korea (in Noord-Korea hebben ze natuurlijk geen problemen...) is een zombiewoestenij. Er zijn een aantal mensen kunnen vluchten naar o.a. Hong Kong, maar ze worden daar heel scheef bekeken en als derderangsburgers behandeld.

Wanneer ons hoofdpersonage wordt gedwongen om een vrachtwagen vol geld te gaan halen in Korea met de belofte dat zijn ploeg de helft van het geld krijgt als ze de vrachtwagen leveren, gaan de poppen aan het dansen...

Het ophaalteam wordt in een Koreaanse havenstad gedropt en ze moeten op zoek naar de buit. Dat dit niet van een leien dakje zal lopen, is een understatement.

Ik moet zeggen dat ze het zombiegenre in deze films goed aangepakt hebben: we zitten met snelle zombies - altijd leuker dan de strompelende versie - en een soort van Mad Max vibe op het schiereiland want er zijn nog altijd mensen die daar leven.

Naar het einde toe werd het mij allemaal een beetje te sentimenteel en melig, maar dat is nu eenmaal de stijl van Aziatische films, dus daar kon ik wel doorkijken. Wat mij meer stoorde waren de Engelssprekende acteurs want de film moet wat internationaler aandoen en daarvoor hebben ze denk ik de eerste de beste witte mensen die ze in Korea konden vinden, voor de camera geplaatst. Slecht Engels, slecht geacteerd en voer voor gelach in de zaal. Dat de Koreaanse acteurs schabouwelijk Engels spraken, paste hier wonder boven wonder wel.

Je valt je geen buil aan deze film en je kan hem (als ze de maatregelen niet gaan verstrengen) op de Halloweennacht van Sphinx cinema gaan bekijken indien je geïnteresseerd zou zijn.

Thuis in de zetel bekeek ik The twentieth century, een compleet maffe Canadese film.

Hoofdfiguur hier is William Lyon Mackenzie King, die in werkelijkheid de langstzittende premier van Canada geweest is. Maar dit is geen biografische film...

Volledig gedrenkt in de stijl van het Duitse expressionisme (denk aan films zoals Das Cabinet des Dr. Caligari of Metropolis), met een snuifje 1984 en van een Monty Python-achtige humor voorzien, is dit misschien één van de vreemdste films die ik ga zien op het Filmfestival. Maar 't was wel een hele leuke!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten