zondag 12 juni 2016

Het schismatieke schrijven, deel 2 en 3 - Erik Vlaminck


Wolven huilen
Wereldbibliotheek, 1993
153 p.

Stanny, een stil leven
Wereldbibliotheek, 1996
108 p.

Toen ik vorig jaar Suikerspin van Erik Vlaminck las, wist ik dat ik een nieuwe favoriete schrijver gevonden had. In zijn oervlaamse schrijfstijl weet hij prachtige maar vaak ook schrijnende verhalen te vertellen.

Met de romancyclus Het schismatieke schrijven, die uit 6 boeken bestaat, ben ik dit jaar begonnen toen ik het eerste deel, Quatertemperdagen, las in april en het vijf sterren gaf. De afgelopen week las ik de volgende 2 delen: Wolven huilen en Stanny, een stil leven. Erik Vlaminck put voor deze cyclus uit zijn eigen familiegeschiedenis.

In Quatertemperdagen vertelt hij over zijn familie langs moederszijde: hoe zijn overgrootouders tijdens de Eerste Wereldoorlog door het leven moesten ploeteren, de miserie van de mensen en de weinige sprankeltjes geluk die daardoorheen gestrooid waren.

Bij Wolven huilen blijven we de familietak langs moederszijde volgen: zijn grootmoeder had een halfbroer (zoals dat in die tijd wel vaker voorkwam) en die is op een bepaald moment tijdens de Tweede Wereldoorlog naar Canada vertrokken, zonder enig spoor achter te laten.

Wanneer Erik Vlamincks grootmoeder overlijdt, vindt hij een adres in Canada waar Fons zou moeten verblijven. Hij trekt onaangekondigd naar daar en vindt er Fons, getrouwd met Liza die ook uit hetzelfde Vlaamse boerendorp kwam, in een afgelegen boerderijtje. Fons bleek een "zwarte" te zijn in de oorlog en nadat hij hiervoor in de gevangenis had gezeten, trok hij met Liza, die eveneens te lijden had onder verdenkingen (en er de gevolgen van mocht dragen), per boot naar de nieuwe wereld.

Hun leven daar was allesbehalve rooskleurig: Fons bleef de nurk die hij ook in Vlaanderen was, afzijdig van alles en iedereen en doodsbenauwd dat de Belgische autoriteiten hem in Canada zouden vinden. Hun huwelijk was een farce, want liefde was er nauwelijks tussen die twee. Fons interesseert zich enkel voor zijn fazantenkwekerij en de auto die staat te blinken in de garage. Liza zit zowat te verkommeren van eenzaamheid tot ze een andere Vlaamse vrouw ontmoet die haar boezemvriendin wordt en waarmee ze zelfs nog eens naar Vlaanderen zal terugkeren om te zien wat er nog overblijft van het dorp waar ze eens hals over kop was vertrokken.

Het is geen vrolijk boek, miserie voert nog steeds de boventoon, maar toch kan je warmte bespeuren in de manier waarop Erik Vlaminck het hele verhaal beschrijft.

Stanny, een stil leven put dan weer uit Vlamincks eigen kindertijd: Stanny was de buurjongen, een stille jongen die een passie had voor vrachtwagens en die met zijn ouders op jonge leeftijd moest verhuizen van zijn geboortedorp naar Kapellen, omdat er plaats moest gemaakt worden voor de uitbreiding van de Antwerpse haven.

Stanny kon nooit aarden in zijn nieuwe woonplaats, werd genadeloos gepest door zijn klasgenoten en had een thuissituatie die niet benijdenswaardig was: zijn moeder was al zijn hele leven ziek en wordt op een bepaald moment naar een sanatorium aan de zee afgevoerd om waarschijnlijk nooit terug te keren en zijn vader heeft geen oog voor of geduld met zijn misschien wat vreemde, stille zoon.

Opnieuw kommer en kwel dus, dat lijkt zowat de leidraad in Het schismatieke schrijven te zijn, maar ik klaag niet.

Beide boeken kregen vier sterren.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten