woensdag 19 augustus 2020

De scherpschutter - Stephen King

Luitingh-Sijthoff, 2013 (oorspr. 1982)
320 p.
Vertaald uit het Engels: The gunslinger

Ok, ik ben er eindelijk deftig aan begonnen. Yep, het magnum opus van Stephen King, De donkere toren serie, zal voor mij geen geheimen meer hebben...

De eerlijkheid gebied me wel te zeggen dat ik dit boek al eens in 1997 probeerde te lezen en dat ik het toen na een tijdje aan de kant gegooid heb en het de bestraffende score van 1 ster gaf.

Zoveel jaren later - en zoveel meer wijsheid (zal wel...) later - nam ik het opnieuw vast en heb ik het helemaal uitgelezen.

Uit het voorwoord blijkt dat deze editie een serieus herwerkte versie is, King paste dingen aan om ze beter te doen kloppen met wat later zou worden geschreven en poetste zijn proza wat op.

Voor het verhaal van de scherpschutter aanvangt, krijgen we wel eerst het kortverhaal De kleine zusters van Eluria voor de kiezen (ook te vinden in de bundeling Alles is eventueel - nog te lezen door ondergetekende) dat er dus de vorige keer niet in stond want geschreven in 1998. En ik zou opnieuw gestopt zijn want dat verhaal was echt te saai voor woorden het eerste driekwart. Ik deed meer dan 3 dagen over deze 70 pagina's, zo interessant vond ik het - not.

Daarna was het de beurt aan het eigenlijke verhaal en ik snap nu ik het gelezen heb, eerlijk gezegd niet waarom ik het destijds zo slecht vond.

We volgen Roland Deschain, de scherpschutter, in zijn zoektocht naar de man in het zwart. De openingszin van de roman geeft dat al weg: De man in het zwart vluchtte door de woestijn en de scherpschutter volgde hem. Een iconische openingszin die bij de fans evenveel waarde heeft als die van Anna Karenina. Niet dat er gigantisch veel gebeurt in het boek: Roland zwerft door de woestijnvlakte, komt hier en daar iemand tegen en voelt dat hij de man in het zwart dichter en dichter nadert.

Het was pas op het moment dat hij de jongen Jake ontmoet, dat het verhaal voor mij een versnelling hoger ging. De twee krijgen een soort van vader-zoon relatie en hoewel er niet veel emotie tussen de twee is, is er overduidelijk een band. Stephen King is dan ook een meester in het beschrijven van kinderen en hier is dat niet anders.

Het einde van het boek was voor mij typisch King: van de pot gerukt, moeilijk te begrijpen en alsof hij wie weet wat had zitten smoren of drinken... Maar dat gaat mij deze keer niet afschrikken om door te gaan met de reeks. Het tweede deel, Het teken van drie, wordt door de meeste mensen zelfs beschouwd als het beste boek uit de reeks. Ik ben dus benieuwd, maar vrees ook voor het vroege pieken...

Wat ik wel grappig vond, was dat Stephen King in het voorwoord Roland beschrijft als iemand die in een motel de schilderijen recht zal hangen (wat hij zelf ook doet blijkbaar) en even verder in het verhaal doet Roland dat ook. In Het instituut is Tim Jamieson ook zo'n man. Leuk om te zien dat er ook zo'n kleine dingetjes in Kings werk zitten.

Een upgrade naar drie sterren want ik vond het best een ok boek na deze tweede lezing.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten