maandag 17 april 2017

Gouwe ouwe: The miracle worker (1962)


Een goeie maand geleden vroeg ik mij nog af hoe het kon dat Bette Davis geen Oscar gekregen had voor haar vertolking in What ever happened to Baby Jane? Dat beeldje zag ze toen naar Anne Bancroft gaan voor diens rol in The miracle worker, een film die ik wel op mijn decoder had staan, maar nog niet bekeken had.

Dat werd vandaag goed gemaakt, want al een dikke week maakte Proximus er mij attent op dat de film binnenkort ging verdwijnen (het was er eentje waar ik 90 dagen voor had om hem te bekijken). Het was er met andere woorden het moment voor.

The miracle worker vertelt het verhaal van Annie Sullivan - gespeeld door Anne Bancroft - die als lerares terechtkomt bij de familie Keller. Helen, hun dochter, is doof en blind door een ziekte die ze kreeg als baby en is op haar zevende totaal onhandelbaar.

Annie, die zelf slechtziend is, neemt de taak op zich om tot Helen door te dringen en haar taal aan te leren. Dit gaat met heel wat moeilijkheden en hindernissen gepaard, maar uiteindelijk slaagt ze in haar opzet.

Later zal de echte Helen Keller - jawel, het is een waargebeurd verhaal - zelfs naar de universiteit gaan en schrijfster en mensenrechtenactiviste worden.

Het verhaal van Helen Keller kende ik al uit het boek De bloeiende mimosaboom van Gerda Van Cleemput, een boek dat denk ik iedereen van mijn generatie wel zal gelezen hebben als kind.

De film gaat over dezelfde periode als het boek: Helen is ongeveer 7 jaar oud, totaal onhandelbaar en wordt in de armen van Annie Sullivan geduwd om er "iets" mee te doen. Ze boekt al gauw kleine succesjes, maar het verbeterde gedrag van Helen is te vergelijken met een hond manieren leren: door straffen en belonen wordt het gedrag beïnvloed. Maar Annie wil meer, ze wil echt doordringen tot het van de wereld afgesloten meisje...

Verdiende Anne Bancroft haar Oscar? Zeker en vast, ze brengt hier een schitterende vertolking, waar niks op aan te merken valt. En ook Patty Duke, die Helen speelt, doet het voortreffelijk. Zij kreeg dat jaar de Oscar voor beste vrouwelijke bijrol, met reden. Beide actrices waren wel al op elkaar ingespeeld, want ze vertolkten dezelfde rollen in een Broadway-toneelstuk. Zowel de rol als de tegenspeelster was hen dus niet vreemd.

Jammer voor Bette Davis, maar de vertolkingen - hoe verschillend ook - waren volgens mij aan elkaar gewaagd en ze mochten van mij allebei het beeldje krijgen.

De films daarentegen zijn wél van een ander kaliber. Waar What ever happened to Baby Jane? nog steeds heel bekijkbaar blijft en spannend is van begin tot eind, had ik in het begin wel wat problemen met The miracle worker.

Niet moeilijk: de proloog, waarin we te zien krijgen dat baby Helen door ziekte doof en blind wordt, is een staaltje van hoe het niet moet. Overacting langs alle kanten van de drie acteurs in de scène (moeder, vader en de dokter) en de actrice die haar moeder speelt zal die hysterie zelfs de hele film volhouden en dat staat als een tang op een varken op de meer natuurlijke vertolkingen van Anne Bancroft en Patty Duke.



The miracle worker mag dan wel een klassieker heten, maar in mijn select kringetje van favoriete films zal die niet worden opgenomen.Dat wil echter niet zeggen dat er niet naar mag gekeken worden!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten